Soms moet ik iets opschrijven, omdat een bepaald gebeurtenis steeds opnieuw in mijn gedachten komt. Dagboekschrijven noemen we dat.

Deze blog is hier een voorbeeld van.

Het voorval blijft de laatste dagen naar boven komen en ik word er ook ’s nachts wakker van. Dus voel ik me ook een beetje kriegelig worden en ook verdrietig. Blijkbaar was deze gebeurtenis traumatisch voor mij, waarschijnlijk ook omdat ik op dat moment het gevoel had geen kant op te kunnen. Dus moest ik het uitschrijven zodat het licht dat in gebeurtenissen schuilt naar boven kon komen. Want dat is wat ik lang geleden leerde: dat iedere gebeurtenis gelezen kan worden als een droom; en dan wordt het een boodschap vanuit het grote veld voor mij en mijn ziel. Dit is de manier hoe ik het doe, hoe ik leer Zien.

In iedere droom zitten meerdere lagen, zo ook in deze. Natuurlijk zit hier ook het kind in dat een trauma heeft en zijn er meerdere manieren om aan dit trauma te werken. Een ook is er nog zoiets als heling in de vrouwenlijn. Heling van mijn longen, verdriet, want ik kan nog steeds niet goed adem halen en loop nog steeds met grote regelmaat te piepen. Verdriet dat er niet kon zijn, dat ik niet mocht voelen, niet kon voelen, omdat ik in een overlevingsmodus zat. En uiteraard wist ik door het lezen van mijn lichaam dat er diep binnenin veel verdriet moe(s)t zitten, maar dat wil niet altijd zeggen dat je er ook aan kan komen. Ik kon er in elk geval niet zomaar aan en begin het te begrijpen.

Ik weet nu waarom ik nooit op hoogte kan zijn in de bergen. Ik kan dan niet vooruit, kan geen stap meer verzetten. Ik had dus gewoon altijd al een longprobleem, dat zich niet volledig liet zien.

Er zullen beslist nog meer lagen in deze droom zitten en of ik dat nog allemaal met mijn bewustzijn ga zien en of dat nodig is? Ik ga het beleven als het zo is. Voor dit moment doet het niet ter zake: of ik het wel of niet allemaal op een rijtje heb: ik weet dat mijn ziel het heeft gezien!

Ik was 11 jaar oud en mocht buiten spelen op een pleintje. Vanuit het appartement waar wij woonden had je goed zicht op het pleintje en kon je alles volgen wat daar gebeurde. Ik weet niet meer waar mijn moeder was maar ze was niet thuis. Mijn moeder had een relatie met een man die wij ‘oom’ noemden. Hij woonde bij ons in huis en nam de plaats in van een soort 2e vader. Hij bemoeide zich niet alleen met de opvoeding van mij; ik besef nu dat hij met zijn trauma’s een grote stempel heeft gedrukt op ons gezin.

Ik mocht dus niet van het pleintje af. Om het pleintje heen grensden huizen met de tuin naar het pleintje toe. Een van mijn vriendinnetjes woonde aan het pleintje en had dorst. Ze vroeg ons (denk dat we met vier kinderen waren) of we even mee gingen naar haar huis om iets te drinken. Het gevolg was dat ik uit het zicht was. Vlak nadat we bij de voordeur waren kwam de vriend van mijn moeder aangelopen en zei dat ik mee naar huis moest. Hij moet mij echt bespied/gevolgd hebben; dat kan niet anders, want het gebeurde allemaal razendsnel. Onder in de hal aangekomen van het appartementencomplex zag ik dat hij razend was en in eenmaal in de lift draaide hij zich naar mij om en sloeg mij met een paar rake klappen om mijn oren. (Ik kan mijn rechteroor en wang nog rood voelen worden, dus het is nog niet voorbij.) Ik had in feite niet zo heel veel ‘stouts’ gedaan; ik durfde niet tegen de anderen te zeggen dat ik niet van het pleintje af mocht. Daar schaamde ik me voor.

Voor mij betekende dit voorval dat ik straf kreeg en een paar dagen buiten mocht spelen.

Nu zou je zeggen dat een paar klappen om je oren niet zo heel erg zijn en een paar dagen straf ook niet, maar ieder mens reageert nu eenmaal anders. Ieder mens krijgt zijn eigen trauma’s en voorvallen in het leven te verwerken en sommigen hebben zo een grote impact op het leven daarna dat ze het pad dat je gaat lopen mede bepalen. Heb je dan geen eigen keus daarin? Natuurlijk wel. Ik zie als ik terug kijk dat ik vele andere keuzes had, maar ik zag ze niet. En hoewel ze er wel waren is het duidelijk voor mij dat ik niet kon zien dat ik anders kon kiezen. Ik was alleen maar bezig met hoe ik het in de ogen van mijn moeder en 2e vader wel goed kon doen.

Dit voorval heeft op mij zo’n grote impact gehad, dat ik niet meer echt kon meedoen met en in het leven. Ik wist het niet maar werd steeds meer een kijker. Dat was ik al, omdat ik altijd bedacht was op het humeur van mijn moeder, maar nu ging ik me steeds meer verbergen achter mezelf en heb veel innerlijke wensen niet naar boven durven laten komen, omdat ik me steeds heb aangepast aan hun wensen.

Winny zei altijd dat je de negatieve rode draad van je opvoeding altijd omdraait, zodra je het ziet. Dit kan lang duren en het kan zelfs zo zijn dat je dat pas op je sterfbed doet. Dus het kan zijn dat je een heel leven lang gericht bent op het doen van één ontdekking, op dat ene moment van inzicht. Dat het er niet toe doet hoe lang je er over doet maar dat het belangrijk is dat je zelf tot inzicht komt. Want dat kan niemand je afnemen. Ze zei ook altijd dat ik het niet hoefde te geloven, omdat zij zelf niet geloofde in geloven, maar alleen in weten, diep van binnenuit. Ik werd er verdrietig van als ze dit soort (zeldzame) uitspraken deed. Ik vond er iets van. Nu zie ik hoeveel er verborgen is in het leven en hoe beperkt mijn zicht is.

Ook wat het omdraaien betreft heeft ze gelijk gekregen. Ik heb nooit een vervolgstudie gedaan, omdat mijn 2e vader – en daardoor ook mijn moeder – van mening waren dat ik beter kon gaan werken. Er werd ook amper gesproken over een vervolgstudie. Er werd wel gezegd dat ik nog 2 jaar mocht studeren, maar omdat er nooit over gesproken werd en mijn 2e vader altijd vertelde dat hij vanaf z’n 14e al werkte, wist je gewoon wat er van je verwacht werd. In mijn hoofd paste het idee van een studie niet; dus ging ik werken.

En juist dat bracht een opening voor een geheel andere studie.

Vanaf het moment dat ik getrouwd ben heb ik niets anders gedaan dan lezen, het ene boek na het andere. Geen romans of gewone boeken, maar boeken over spiritualiteit, bewustzijn en psychologie. Ik werd blij van binnen van schrijvers als Elisabeth Haich, Krishnamurti, Selva Raja Yesudian en Kahlil Gibran. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zoveel begreep van de teksten van Kahlil Gibran, maar ik werd al blij van als ik het boek in mijn handen pakte.

Het leven onderzoeken, zoeken naar het doel van mijn leven was op een gegeven moment niet meer iets wat ik deed, maar wat ik geworden ben. Nog steeds, ook al kan ik niet lang lezen of naar een scherm kijken……. Of misschien wel juist omdat ik het niet meer kan.

Covid heeft mij letterlijk gebracht dat ik opnieuw moest leren lopen; ik begreep het niet; niemand om mij heen begreep het. Maar ik moest letterlijk opnieuw leren mijn eigen pad te lopen. Zonder het gevoel gevolgd te worden bij iedere stap die ik zet.

Zoeken naar het waarom achter Covid bracht mij naar een teacher die kon horen – met andere oren – wat ik zei; waardoor ik zelf tot inzicht kon komen en kon Zien. Ik maak(te) altijd mijn eigen keuzes, ging eigenwijs van binnenuit mijn eigen pad, zie nu dat ik echt deed wat ik moest doen en had er ook mijn eigen ontwikkeling in die goed was. Toch zat een deel van mij nog steeds vast en keek ik met dat deel nog steeds door de bril van mijn opvoeders. Sterker nog: dat deel van mij was ook nog steeds heel loyaal aan mijn opvoeders; ik leefde in mijn kern nog steeds het leven van mijn moeder.

Deze droom, deze gebeurtenis staat niet op zich. Hier zijn veel behandelingen door collega’s aan vooraf gegaan. Behandelingen ook ingezet voor herstel na Covid:

Balansen dmv Neuro Kinesiologische (trauma) door collega’s, lessen in Neuro Kinesiologie, leren, studeren, tegen de lamp lopen, voelen, ermee leren werken.

Behandelingen door een andere collega: Applied Kinesioloog en Osteopaat omdat ik het gevoel heb dat ik ook vooral mijn fysieke lichaam steeds opnieuw in balans moet brengen, zoeken door middel van diepe intervisies met de kinesiologie-groep waarvan ik deel uitmaak sinds 2001, Fysio therapie, Yin Yoga, en last but not least: Yin Shin Jyutsu.

En ik ben er nog niet. Dit eigen innerlijk proces loopt naast het andere dat ik leef. En naast of doorheen mijn fysieke klachten. Ik weet diep van binnen dat ik het juiste lichaam heb voor mijn ontwikkeling en mijn missie………… toch ben ik er nog niet helemaal congruent mee.